Walter Schellenberg

50px Walter Friedrich Schellenberg (Saarbrücken, 16 januari 1910Turijn, 31 maart 1952) was een Duitse SS-Brigadeführer en ''Generalmajor'' in de ''Waffen-SS'' en werkzaam bij het ''Reichssicherheitshauptamt'' op ''Amt III'' (Sicherheitsdienst).

In 1939 was Schellenberg betrokken bij het Venlo-incident. Een aantal dagen na het Venlo-incident werd Schellenberg onderscheiden met het IJzeren Kruis 1e en 2e klasse. In datzelfde jaar was Schellenberg verantwoordelijk voor de totstandkoming van het spionagebordeel Salon Kitty.

Schellenberg stelde in 1940 de Sonderfahndungliste GB op. Op deze lijst, ook wel het zwarte boek genoemd, stonden 2.820 namen van Britse personen en Europese bannelingen, die naar het Verenigd Koninkrijk waren gevlucht. Al deze personen moesten direct na het slagen van Operatie Seelöwe worden gearresteerd of uitgeschakeld.

In mei 1941 organiseerde Schellenberg de uitvoering van het akkoord tussen Reinhard Heydrich, chef van het Reichssicherheitshauptamt, en generaal Wagner, betreffende de inzet van de Einsatzgruppen. In 1942 volgde hij Heinz Jost op als hoofd van Amt VI (Buitenlandse inlichtingen) van het Reichssicherheitshauptamt.

Op 21 juli 1944 werd Schellenberg bevorderd tot ''SS-Brigadeführer und Generalmajor der Polizei''. Hij werd aan de staf van Heinrich Himmler toegevoegd en werd diens vertrouwensman. In februari, maart en april 1945 organiseerde hij geheime ontmoetingen tussen Himmler en graaf Folke Bernadotte, de vicedirecteur van het Zweedse Rode Kruis. Deze gesprekken dienden om een afzonderlijke vrede tussen de Westerse geallieerden en Duitsland te bewerkstelligen. Ze liepen op niets uit omdat het Westen weigerde zaken te doen met Himmler, die medeverantwoordelijk was voor de genocide op de Joden en alleen een onvoorwaardelijke overgave van Duitsland wilde accepteren.

Schellenberg werd in juni 1945 gearresteerd. Tijdens zijn gevangenschap schreef hij zijn memoires. Een militair tribunaal in Neurenberg veroordeelde hem in 1949 tot een gevangenisstraf van zes jaar, maar om gezondheidsredenen werd hij al in 1951 vrijgelaten. Coco Chanel, die na de bevrijding van Parijs naar Zwitserland was gevlucht, stelde Schellenberg financieel in staat met zijn vrouw in Zwitserland te verblijven. Nadat hij door de Zwitserse autoriteiten was uitgewezen, vestigde hij zich onder de naam Louis Kowalki te Pallanza. Ook zijn behandeling van een leverkwaal werd door Chanel betaald. Schellenberg overleed een jaar na zijn vrijlating aan de gevolgen van kanker. Door Wikipedia aangeleverd
Toon 1 - 7 resultaten van 7 Voor zoekopdracht 'Schellenberg, Walter', zoektijd: 0,03s Verfijn jouw resultaten
  1. 1
    door Schellenberg, Walter
    Gepubliceerd in 1969
    Plaatsingsnummer: B 000
    Boek
  2. 2
    door Schellenberg, Walter
    Gepubliceerd in 1969
    Plaatsingsnummer: B 000
    Boek
  3. 3
    door Schellenberg, Walter
    Gepubliceerd in 1970
    Plaatsingsnummer: B 000
    Boek
  4. 4
    door Schellenberg, Walter
    Gepubliceerd in 1972
    Plaatsingsnummer: B 000
    Boek
  5. 5
    door Schellenberg, Walter
    Gepubliceerd in 1967
    Plaatsingsnummer: B 000
    Boek
  6. 6
    door Schellenberg, Walter
    Gepubliceerd in 1967
    Plaatsingsnummer: B 000
    Boek
  7. 7
    door Schellenberg, Walter
    Gepubliceerd in 1968
    Plaatsingsnummer: B 000
    Boek